• Jenny en Jan Scheffer

    Bloemen beven in de jakkerende wind op het balkon. Met uitzicht op het Zwarte Water en de haven, praten we over achterkleinkinderen, de verhuizing naar de Wanningstate en het genieten van de frisse lucht. De porseleinen inrichting lijkt niet geschikt voor spelende kindjes. Toch komen deze hier veelvuldig over de vloer. Breekbaar staan suikertaarten beeldjes, figuurtjes en poppetjes in het rond. Voor de twee is het aangenaam vertoeven in de flat. Hoelang ze al in de Wanningstate wonen, daarover verschilt het echtpaar echter van mening. Mijnheer Scheffer bindt meteen in als zijn vrouw hem subiet overtroeft: “Volgens mij is het twee jaar, en geen drie jaar,” zegt Jenny Scheffer. Zeker is dat beiden pas na alle ingrijpende veranderingen in zijn getrokken. Tot hun grote tevredenheid. Dat is wel anders geweest. Mevrouw Scheffer: “Ik keek er vreselijk tegenop om hierheen te gaan. Als ik voordien langs deze flats reed, dacht ik: je zult hier maar wonen!” Nu lacht zij erom. Want toen het echtpaar hun appartement eenmaal gekocht had, kwam Jenny Scheffer er achter dat ze juist op haar oude stek nooit had kunnen wennen. Het was zo gek nog niet op de Wanningstate. Het bevalt haar “uitstekend” nu. Ze houdt goed contact met de buren, “want je moet wel met elkaar leven.” Als ze op schoenen binnenkomt, trekt zij snel haar sloffen aan om de onderburen geen overlast te bezorgen. “Het is gezellig, er worden hier dingen georganiseerd als etentjes, een borreltje in het flatatelier, een hapje.”

  • Ondanks al die gezelligheid wil je er toch een keer tussenuit. Met de camper. Want mijnheer en mevrouw Scheffer houden van de frisse lucht. Veel rondtrekken en rondtoeren waarvoor Jan Scheffer zowaar kleine reisschema’s opstelt. “Als daar maar een beetje van terechtkomt, ben ik al tevreden,” zegt hij. Of het nou om korte weekeinden, of reizen van vijf, zes weken achter elkaar gaat: als de twee er maar op uit kunnen trekken. Behalve als de kinderen of kleinkinderen jarig zijn. “Daar kun je niet voor weglopen hé,” zegt Jan Scheffer. Als de laatste telg dan jarig is geweest wordt de camper rap ingericht voor een trip door de Nederlandse binnenlanden, naar Zweden of door Mecklenburg-Vorpommern in Duitsland. “Het schiereiland Rügen is daar heel mooi,” vindt mijnheer Scheffer. Enthousiast praten we koffie- en theedrinkend over mooie plaatsjes, plekjes en stekjes waar iedereen is geweest, iedereen heen moet of nog nooit geweest kan zijn. We eindigen in zuidelijk Portugal.

    Het is leuk wonen op zo’n flat. Maar dat weet je pas als je weer van een reis thuis komt. En hoe lang wonen ze ook al weer hier? “Drie jaar.” “Nee, twee jaar.” De benedenburen zullen het wel weten.