• Familie Visscher

    Aan de muur hangen zeezichten. In de gang en huiskamer staan rijen met videobanden, met opvallend veel actiefilms. En een enkele muziekband van Pink Floyd. René Visscher, een geen-blad-voor-de-mond-type, werkt bij de ambulance. De ex-marinekok en ex-beveiligingsman vindt dat een mooie baan. “Ik doe het werk al 21 jaar met veel plezier. Ik kom zowel bij Piet de Zwerver als bij Jan Directeur. Dat maakt het zo leuk.”
    “We hebben de Adelbuurt nog als een betonnen plaat gezien, alles gebouwd zien worden en we wonen er nog steeds.” Ondanks alle ellende die de familie Visscher heeft meegemaakt. Als oorspronkelijke bewoners weten ze wel het een en ander te vertellen over de sfeer in de wijk. En die is op z’n zachtst uitgedrukt niet altijd best geweest. René Visscher: “We hebben de verloedering aan zien komen. Vanaf het moment dat er huizen beschikbaar werden gesteld aan mensen die zich maar moeilijk aan konden passen. “Er zaten hier een paar gezinnen waarmee het niet zo goed ging. Dat had invloed op het sfeertje in de wijk. Ook werden mensen uit andere delen van Zwolle gedwongen hierheen te verhuizen, omdat ze elders de huur niet meer op konden brengen. We hebben hier een aantal gezinnen gehad waarmee we landelijke bekendheid kregen. Nou ... daar ben je ook niet echt blij mee. Wij hadden, lang geleden, ernstige problemen: brandstichtingen, inbraken, beschadigingen van zaken, bedreigingen, politie-invallen. 

  • Ik denk en zie dat het nu beter begint te worden, na erg veel gesprekken met Openbaar Belang over deze problematiek. Ik laat me niet wegjagen.” Ook al hebben hij en zijn vrouw hun portie wel gekregen. “We stonden drie maanden lang onder politiebescherming. Gelukkig namen ze het serieus bij de woningbouw. Nu wordt bekeken hoe het in de toekomst aangepakt gaat worden hier. Daar zijn we blij mee. We merken dat het leefbaarder wordt, omdat mensen nu over straat durven als het donker is. Het onderlinge contact keert terug nu er een veranderde populatie is ontstaan.”
    “We helpen een vrouw in de buurt die bij de voedselbank loopt. Vanmiddag nog zat zij hier te huilen aan tafel,” zegt mevrouw Visscher. “Ze wist niet meer hoe nu verder. Ik vraag wat ze nodig heeft en haal het dan voor haar bij de supermarkt.”
    René Visscher: “In ons straatje wonen allerlei soorten mensen. Dat gaat goed nu. Maar ik wil niet zeggen dat we er al zijn. Ik ben iemand die kritisch volgt wat de woningbouw doet in samenwerking met politie en gemeente.” Over de beheerder van het gemeenschapshuis is hij goed te spreken. De buurtconciërge is een katalysator voor de bevordering en herintegrering van het sociale leven in de wijk. “De mensen zijn huiverig,” weet de man van de ambulance, “dat heeft te maken met wat hier in het verleden allemaal gebeurd is. Maar er zit verbetering in. Al zijn bewoners door alle renovaties wel beducht voor fikse huurverhogingen.”